--- Verslag 15 juni 2013, inventarisatie Waerbrookskoel
--- Verslag 6 juli 2013, excursie Studiegroep Leudal Heykersbroek.
--- Verslag 18 juli 2013, bezoek Waterschap aan de Waerbrookskoellossing. Daara afronding van de inventarisatie.
--- Verslag 1 okt 2013, plaatsing stuwtje door het Waterschap Peel en Maasvallei.
Draadgentiaan (geel in knop)
We waren met 9 mensen: Hans, Jac Janssen, Els, Helma, Peter, Marjon, Jan Geelen en Frans. Van IVN Leudal /Roermond was Paul Bergers aanwezig.
Voor dit verslag zal ik de grote lijnen van het verslag van ons vorig bezoek eind juli 2012 aanhouden. Uiteindelijk doen we onze inventarisaties om de ontwikkelingen te volgen.
In totaal hebben we zo'n 123 soorten kunnen noteren, waaronder 8 rode lijst soorten en 19 aandachtsoorten. Dit is een mooi aantal voor een paar uur inventariseren. RL soorten: Vlottende bies, Stomp en/of Spits fonteinkruid (met vraagteken), Teer guichelheil, Moerashertshooi (heel weinig), Kruipende moerasweegbree, Pilvaren, Dwergzegge en Kleine zonnedauw. We zullen er meer moeten kunnen vinden. In de jaren dat we er inventariseren hebben we bij elkaar nog 80 soorten meer gevonden. Bij elkaar hebben we er 14 RL en 32 aandachtsoorten gevonden. Daarvan zullen er zeker een aantal verdwenen zijn (Bruin cypergras?), maar we hebben er nu zeker ook gemist. Soorten als Stekelbrem en Kruipbrem zullen er zeker nog staan, en voor de Draadgentiaan waren we gewoon te vroeg. We gaan dus nog een keer terug.
Kruipende moerasweegbree
Kleine zonnedauw
Vorig jaar hebben we voor een paar ontwikkelingen de aandacht gevraagd:
Grofweg is de Waerbrookskoel in drie biotopen onder te verdelen, die samen de unieke situatie van de koel vormen.
- Struikhei is zich op de hogere en dus meer droge stukken richting visvijver nog steeds aan het uitbreiden. Het idee om door middel van enig bosrandenbeheer een groter droog stuk te realiseren blijft dus zeker overeind. Op die manier zou de overgang van nat naar droog nog beter uit de verf komen.
Kruipbrem, Stekelbrem en Struikheide
Dopheide
- Het afgegraven stuk vertoont veel van de vegetatie van de kleine plantjes op arme grond. Zonnedauw breidt zich nog steeds uit, evenals Dwergzegge. Blauwe zegge was volop aanwezig. Teer Guichelheil was net zo veelvuldig aanwezig als vorig jaar, maar nu troffen we het voor de eerste keer in bloei aan. Als je het echter hebt over kleine plantjes op arme grond: deze bloemetjes waren ook voor de soort wel heel erg klein (maar niet minder mooi). Wat ook in bloei stond - en volop - was Waterpunge. Mooie witte bloemetjes. Eindelijk zagen we de Poelruit in bloei, zodat we we -eindelijk - toch wel de mogelijkheid van de aanwezigheid van Kleine Ruit mogen uitschakelen. De planten die in de bloem aan het komen waren stonden iets rijker, waren beter ontwikkeld, en hadden (daardoor) ook langere bladen. De slecht ontwikkelde rood aangelopen planten hadden rondachtige bladen.
Teer guichelheil
Waterpunge
Vorig jaar schreef ik: "de wilgenopslag in dit stuk lijkt zorgen te baren". Wat er sindsdien veranderd is, is dat er nu drie vriendelijke ezeltjes grazen. Die blijken een enorme voorliefde voor opslag van Grauwe wilg te hebben.... Als het niet meer de kans krijgt om uit te groeien, verdwijnt het vanzelf. In ieder geval krijgt het niet meer de kans andere planten te overwoekeren. We hebben nog bekeken of de begrazing door ezeltjes negatieve gevolgen had. Die konden we gelukkig niet ontdekken. Misschien stond er wat minder Duizend guldenkruid.... Maar dat ze de Hoge Cyperzegge aanvreten is geen enkel probleem. In hoeverre ze ook Riet en Liesgras aanpakken konden we niet zeggen, maar het lijkt er wel op.
Ezeltjes
Hoge cyperzegge
- Waarmee we het al over de volgende biotoop hebben, de poelen. Vorig jaar schreef ik: "We zijn wel geschrokken van de poelen. We troffen er veel minder planten aan van het Oeverkruid verbond, zowel in aantallen als in soorten".
Over de oevers van de poelen kunnen we een stuk positiever zijn dan vorig jaar: Vlottende bies hebben we in mooie hoeveelheden aangetroffen, evenals Kruipende moerasweegbree, en Naaldwaterbies. Ook de Pilvaren is weer terug.
Echter van Moerashertshooi hebben we bijna niets, en van Duizendknoopfonteinkruid en Veelstengelige waterbies hebben we helemaal niets gevonden. Troffen we vorig jaar nog enkele plantjes Stijve moerasweegbree aan, dit jaar hebben we niets aangetroffen. Ook Kranswieren troffen we niet meer aan
Daarentegen neemt Witte waterlelie en Gele plomp toe. Langs de randen groeit een rietkraag. In een poel drijven grote hoeveelheden algen-flap.
Gele plomp, Waterlelie, Riet
Mattenbies
Door de poelenbiotoop uit te splitsen in oevers die droog vallen en het gedeelte dat permanent water blijft voeren, kunnen we de vooruitgang van enkele soorten verklaren.De oevers die droog vallen zijn vorig jaar gemaaid, en worden waarschijnlijk begraasd door de ezeltjes. Door het droogvallen "denitrificeren" de voedingsstoffen: de voedingstoffen ontbinden en verdwijnen. Soorten als Vlottende Bies, Kruipende moerasweegbree, Naaldwaterbies en Pilvaren varen daar wel bij. Overigens zijn dit soorten die enige voedselrijkheid wel kunnen verdragen. De poelen zelf blijven echter erg zwaar verrijkt, en de situatie is daarom erg zorgwekkend. Het verdwijnen van de Kranswieren, het Moerashertshooi, Duizendknoop- en andere fonteinkruiden en Teer vederkruid geven aan dat er wezenlijk iets aan de poelen moet gebeuren
Vorig jaar was mij de oorzaak van de verrijking van de poelen onbekend. Inmiddels heb ik begrepen dat er een wateruitlaat is uit de poelen naar de Tungelroyse beek. Aangezien er geen terugslagklep op lijkt te zitten, zal er in sommige gevallen voedselrijk water uit de Tungelroyse beek instromen. Dit is funest.
Het is zaak deze situatie te bekijken en daarover snel contact op te nemen met het waterschap.
Gezien onze goede contacten met het waterschap zal de Eclogische Werkgroep in overleg deze contacten kunnen leggen.
Frans Smit
22 juni 2013
Ecologische Werkgroep Weert Zuid.
Aan mij was door de Natuurwerkgroep van de St. Studiegroep Leudal gevraagd om een excursie te organiseren in het Heijkersbroek. Omdat wij ons in het gebied alleen beperken tot de Waerbrookskoel, had ik Ad Verhees -coördinerend vrijwilliger van het gebied - gevraagd om het gedeelte Heijkersbroek op zich te nemen. Ad nam zijn zoon Joris mee, die ik al kende van de vogelinventarisaties.
Phlip Bossenbroek van de Natuurwerkgroep heeft een heel goed verslag geschreven over de excursie. We hebben toestemming om dit verslag op onze site te publiceren. Het verslag is zeer de moeite waard, zowel inhoudelijk als wat betreft de aanpak van de verslaglegging. Voor ieder van ons is het goed om daarmee kennis te maken.
De excursie eindigde met een rondje langs de Vliet. Deze stroomt daar in de Tungelroyse beek. Natuurlijk hoort dat bij een gebiedsexcursie, maar het was ook de bedoeling om naar de wateruitlaat van de Waerbrookskoel naar de Tungelroyse Beek te kijken, die, zoals al gemeld in het verslag van 15 juni, mogelijk ook als inlaat van voedselrijk beekwater functioneert. Dat verhaal bleek dus helemaal te kloppen. De constructie is dusdanig dat er regelmatig bij hoge beekwaterstand water in de Waerbrookskoel zal lopen. Dat het hierbij handelt om water uit de Vliet, is alleen volledigheidshalve ter zake.
Het toeval wilde, dat we met een uitgelezen groepje aanwezig waren om hier verandering in te bewerkstelligen. Phlip Bossenbroek blijkt in het bestuur van het Waterschap Peel en Maasvallei te zitten. Ad is coördinator van de vrijwilligers van de Waerbroekskoel, en ik ken de flora van de koel, en heb ook mijn contacten bij het waterschap. We hebben afgesproken dat ik zou beginnen met het voortouw te nemen in het leggen van contacten met het waterschap.
Frans Smit.
Dwergzegge met Draadgentiaan (klik op de foto)
Op ons verzoek om iets aan de afwatering van de Waerbroekskoel te doen, gaf het Waterschap onmiddellijk respons. Zodat Ad Verhees en ik op de vroege morgen van donderdag 18 juli samen met Jan Stals van het WPM aan de oevers van de snelle Vliet stonden om de situatie ter plekke te bekijken. We kwamen tot goede afspraken: Het waterschap zou een boerenstuwtje plaatsen tussen de Waerbrookskoel en de Vliet.
Inmiddels was Helma gearriveerd. De bedoeling was dat we de inventarisatie van 15 juni zouden afronden en nog een aantal foto's zouden maken. Dat is ontzettend goed gelukt. We hebben nog 13 soorten aan de lijst kunnen toevoegen, waardoor het totaal aantal gevonden soorten dit jaar op 136 is gekomen. Daarvan zijn 11 Rode Lijst soorten, en 22 zijn aandachtsoorten. Zowel de Kruipbrem als de Stekelbrem hebben we gevonden. Meer bij de poel staat Dophei. Het Duizendguldenkruid stond prachtig te bloeien, evenals het Teer guichelheil en....de Draadgentiaan. Zonnedauw stond er ook, en Schildereprijs. De moerasweegbree hebben we nog eens goed onder de loep genomen. Hoewel het de indruk wekt van Stijve moerasweegbree, blijkt het toch allemaal Kruipende moerasweegbree.
Bekijk het allemaal maar eens op de foto's van Helma.
Frans Smit
19 juli 2013
Ecologische Werkgroep Weert Zuid.
Ruw walstro
Pilvaren
Duizendguldenkruid
Draadgentiaan
VERSLAG bezoek plaatsing stuwtje tussen Vliet en Waerbrookskoel dinsdag 1 okt 2013
Dit verslag kunnen we kort houden. Het stuwtje tussen de Vliet en de Waerbrookskoel is geplaatst. Ik stond erbij en keek ernaar.
Iedereen mag elkaar bedanken voor de goede samenwerking, waardoor een kleine maar belangrijke verandering ten gunste van de natuur snel gerealiseerd is.
Frans Smit
3 oktober 2013
Ecologische Werkgroep Weert Zuid.